Maandag, 10 maart

Ik heb eerst proberen uit te slapen. Ik ben wel een paar keer wakker geweest maar het deed wel goed dat ik niet meteen mijn bed moest uitkomen na de trip. Ik voelde het wel aan mijn lichaam dat ik dingen had gedaan die ik anders niet doe.

Daarna ging ik al mijn kleren wassen want dat was wel nodig. In het binnenland heb je een soort rode stof op de grond en eenmaal deze ergens op komen, krijg je die er nauwelijks af. Ik heb dus ondertussen kleren gecreëerd die elke keer weer mee op trip gaan J

Kim en ik hadden ook afgesproken dat we dan aan ons project gingen werken. Daarvoor hadden we deze week ook uitgetrokken. Eerst maakten we een brainstorm en daarna gingen we deze ideeën uitvoeren. Zo maakten we een dagschema met de vakken in per dag. Ik zorgde ook voor een takenbord. Zo hebben bijna alle kinderen elke dag een taak. Zo krijgen ze een beetje meer zelfstandigheid. Ze moeten voelen dat hun aanwezigheid en motivatie in de klas wordt geapprecieerd.

We begonnen dus met het uitwerken van onze ideeën. 

We gingen ook nog even langs bij Tjitra voor meer uitleg over ons project in het binnenland. We kregen een lijstje mee van knutselmateriaal dat ze goed konden gebruiken voor de naschoolse opvang. Deze gaan wij die week organiseren. Hier hebben we nog niet veel verder kunnen aan werken maar daar hebben we later nog een beetje tijd voor voorzien.

Verder waren er ook veel problemen met het internet. Dat is soms wel lastig. Zo zie je maar hoe gehecht we soms aan iets zijn. Het is vooral niet leuk omdat je zo geen contact hebt met het verre België. Gelukkig kon ik dan alle kaartjes en tekstjes lezen en zelfs een filmpje bekijken die ik kreeg.