Donderdag, 20 februari

Terug vroeg opstaan om in de tweede klas te gaan observeren.

Als we toekwamen op school, waren we ons samen met de beeldleerkracht in alle klassen en aan alle leerkrachten gaan voorstellen.

Deze klas telt normaal 31 leerlingen maar er waren 3 leerlingen afwezig.

De dag begon zoals gewoonlijk met de vlaggengroet.

De leerlingen hadden de voorbije dagen aan verschillende woordpakketten gewerkt. Tegen vandaag moesten ze 3 pakketten van telkens 15 woorden leren. De leerkracht zei dat ze telkens 30 van de 45 woorden dicteert. Als de leerkracht het woord zei, moesten alle leerlingen het woord samen herhalen. Daarna herhaalde de leerkracht het woord in stukjes. Ze gaf hen soms een tip waar ze moesten opletten. Bijvoorbeeld denk aan de ‘sch’ van school of je schrijft niet altijd wat je hoort.

Als alle woorden waren gedicteerd, moest heel de klas samen de 30 woorden lezen. Zo wist de leerkracht dat ze alle woorden hadden en konden ze nog verbeteren indien dit nodig was.

Daarna was er een les taal. Ze gingen een tekst behandelen. Eerst bekeken ze aandachtig de prent die er bij stond. De leerkracht stelde ook enkele bijhorende vragen. Ze vroeg of ze alle woorden verstonden. Ze legde het woord ‘raadsel’ uit door er eentje te geven aan de leerlingen. Daarna mochten de leerlingen zelf ook een raadsel geven. Zo ontstond er een leuk gesprekje. Daarna las de leerkracht de tekst voor terwijl de leerlingen met hun vinger of lat aan het volgen waren. Vervolgens gingen enkele leerlingen een stukje voorlezen. Er waren ook nog bijhorende woordrijen die ze ook eerst voorlas en daarna was het aan de leerlingen. Ze legde ook weer enkele woorden uit zoals ‘een dwerg’. Daarna lazen ze nog eens de tekst maar de leerkracht herhaalde eerst nog eens de functie van de leestekens. Dan was er speeltijd. Na de speeltijd begonnen ze met de oefeningen van wiskunde. Het ging hoofdzakelijk over vermenigvuldigen maar er waren soms ook optellingen en aftrekkingen bij. De leerlingen konden de maaltafels goed opzeggen. Ze doen dit met heel de klas in koor.

Daarna gingen ze zelfstandig aan het werk. De leerlingen hebben een soort 100-veld in hun werkboek dat ze mogen gebruiken bij het maken van hun oefeningen.

Daarna werden de oefeningen verbeterd. De leerlingen mochten per 3 aan bord komen en de uitkomsten noteren. Zo verbeterden ze de oefeningen van de dag zelf maar ook van een paar dagen geleden. De leerlingen moesten soms hun boek aan hun buurman geven en deze dan verbeteren. Bij de vraagstukjes moesten de leerlingen steeds verwoorden waarom dat de uitkomst was. Bijvoorbeeld je hebt 10 wasspelden, hoeveel handdoeken kan je dan ophangen? Dan krijg je de bewerking ’10 : 2 = 5’ want ‘5 x 2 = 10’. Dit moeten de leerlingen telkens zelf verwoorden.

Als de leerlingen een hele rij oefeningen juist aan het bord hebben geschreven, krijgen ze een applaus van de juf en van de klas. Dit wordt regelmatig gedaan als een kind iets juist zegt of iets goed heeft gedaan.

De juf was even uit de klas gegaan en ik heb dan zelf beslist om de oefeningen verder met de kinderen te verbeteren. Ik deed dit op dezelfde manier als de leerkracht begonnen was. Ik had het gevoel dat de leerkracht dit wel leuk vond.

Dan was er weer een korte speeltijd en daarna leerde de juf nog een liedje aan. De leerkracht zong het enkele keren voor. Het was een heel kort liedje dus kenden ze dit wel vlug. Ze klapten allemaal samen het ritme en zongen het lied enkele keren. De leerkracht noteerde de tekst aan het bord en de leerlingen namen deze over. Daarna mochten ze een passende tekening maken bij de tekst.

Liedje:

“Kijk eens naar mijn tasje, wit met rood. Ik neem het mee uit wandelen, dan ben ik groot!”

De leerlingen waren dan nog even vrij. Ik kreeg al mijn eerste tekening van een leerling.

De schooldag zat er op en we keerden met de fiets terug naar huis. Daar fristen we ons even op en werkten al even aan onze tekst voor op onze blog. Daarna vertrokken we naar een soort winkelcentrum ‘Mal’. Ik wou eigenlijk gaan kijken naar 2 broeken/shorts die zeker tot aan mijn knieën komen omdat ze dit echt willen op school. Ik heb uiteindelijk wel 2 shorts gevonden. Ik was dus zeer blij. Verder gingen we nog naar de winkel achter enkele spullen voor de komende dagen.